Twee gedichten: Bernke Klein Zandvoort

Bernke Klein Zandvoort (1987) debuteert als dichter in De Revisor. Zij is laatstejaarsstudent aan de afdeling Beeld & Taal van de Gerrit Rietveld Academie. In het jaarboek van De Revisor staan zes gedichten van haar. Als voorafje twee daarvan in deze rubriek.

*

een blinde man loopt gehaast door rood
auto’s sust hij met een handgebaar terwijl
de gevels om hem heen overeind worden getakeld

in de overdekte kermis is de stad nagebouwd
een stopcontact in de boom op het plein
tussen in elkaar geschoven halve manen
aarzelt een terminator met veel tentakels
niet meer zo zeker van z’n eigen metaal

uit de barstraat sluipt het dimlicht

het volgt de vroege bezoekers op hun rug
gaat door gangen, langs het buffet
over de warmhoudbakken omhoog
in de sauzen knappen bellen
een aanhoudend applaus
een bruidspaar arriveert onder de haag

achter de ramen liggen nieuwe ramen
een zalencentrum een loods
met behoud van luchtstroom

stoelen geschoven om een vitrine met een draaiplateau gebak

de schoonheid van een bachelorparty
op een doordeweekse dag
een vrachtwagen die moet keren op een te kort stukje gracht

*

ik kon voor het eerst de stad niet meer aankijken
het was avond en kou drukte schouders naar de grond
een man liet op een afstand waar je niets van zeggen kon
zijn handen over mijn lichaam gaan

de mensen moesten naast de stoep lopen
ze hadden gezichten waar de wind in was geveegd
de geur van platgetreden straten
gepofte kastanjes, uitlaatgas
gestapeld in mijn neus

er is nog heel veel liefde in de warenhuizen

warme lucht door roosters omhoog geblazen
een opwaaiende jas, een openslaande deur

ik ben zes en sta met een plaatje genaaid in mijn zwempak
te treuzelen aan de kant
en denk: warmte komt met vlagen

ik vraag me af wat ik precies verloren ben
waarom ik steeds achterom kijk
goed vermomde tic

iets dat ik ook wel bij mezelf zoeken mag
want ik dacht: korte rokjes
dat pakt zo lekker licht