Stoffelsens schrijftips

Ik reageer liever op geweldige kopij dan op de nieuwsbrief van Das Magazin, maar ditmaal was de verleiding te groot. Toine & Daniël stuurden me een paar handenvol schrijftips vroegen me: ‘Wat zou jouw belangrijkste schrijftip zijn?’ Ik heb me altijd verre van schrijf- en schoonmaaktips gehouden: het alfabet en allesreiniger volstaan doorgaans. Maar ondertussen probeer ik geweldige kopij nog geweldiger te maken, daar heb je meer voor nodig dan allesreiniger. Ik neem de uitdaging aan. En twijfel. ‘Met beelden wil je in een verhaal een residu achterlaten in de lezer?’ ‘Wees ook niet huiverig om te jatten of imiteren?’ ‘Een goede opening is het halve werk?’ ‘Negen van de tien keer kun je de laatste zin schrappen?’ ‘De magie van een verhaal is wat overblijft als alles is uitgelegd?’ Of: ‘Write drunk, edit sober, proofread naked in a public place, promote your book relentlessly while high on crack.’
Over auteursgebonden schrijftips, schrijven wat je kent en wat je niet kent, en verder gaan dan de tips. Over saaiheid en Sebald en mijn vijf belangrijkste schrijftips. Nummer 5: ‘Zoek op tijd hulp.’

‘8. Every story begins with the first word. Choose wisely. Then go on Facebook and ask friends if this is the right word. Never go back.’ — Richard de Nooy

‘Ik.’ — Daan Stoffelsen

Ik heb me verre van die tips gehouden, omdat ze vooral over proza gaan. Ik heb wel eens wat geprobeerd hoor, een verhaal waarin een loodgieter en een Nobelprijskandidaat elkaar treffen in het apartement van de persklaarmaakster, die verdwenen blijkt, en die, het verhaal is duidelijk vastgelopen, als een Alice in de Wasmachine verdwenen moet zijn. Poging, mislukt. Ik houd me dikwijls wel aan de regels voor literaire kritiek – hoewel mijn redacteur bij de krant vond dat ik beter in essays ben. Essayeren, proberen, dat kan ik wel. (Ellen Deckwitz: ‘Hoe begin je met schrijven? Begin gewoon.’)

Ik heb me ook verre van tips gehouden, omdat ze persoonlijk zijn, voor elke schrijver anders. Joost de Vries vraagt zich af, en tipt:

‘Gebruik ik VIVA-gevoelens?

Blaas emoties niet al te groot op, wees recht toe en recht aan. Zinnetjes als “mijn adem stokte” of “ik hield mijn hart vast” zijn vaak overbodig en kunnen implicieter worden overgebracht.’

Kan ik me helemaal in vinden. Maar De Vries’ personages zijn dan ook academische cowboys. Eerder Donald Duck, gekruisd met Science, dan Viva. Schrijftips als deze staan in het verlengde van het door-en-doorlezen van geliefde schrijvers, het overschrijven (Thomas Heerma van Voss: ‘Wees ook niet huiverig om te jatten of imiteren.’), nadoen. Als je een schrijver en zijn stijl waardeert, dan zijn zulke tips wel zeer waardevol. Ik vind de tips van W.G. Sebald van universele waarde – maar ik kan niet uitsluiten dat in dat oordeel iets subjectiefs ingeslopen.

Omdat het tegenovergestelde even waar is. Maurits de Bruijn zegt: write what you know:

‘Durf dicht bij jezelf te beginnen. Kies voor de verhalen die je hebt meegemaakt, of kies in ieder geval voor verhalen die je zo sterk raken dat het voelt alsof je ze zelf hebt ervaren. ’

Is dat een kwestie van durf? Begin niet altijd met ‘ik’, zou ik zeggen, want jij bent gelukkig saai, en dat is al een goede reden om het gros van de boeken van en over tieners en twintigjarigen niet te lezen.
(Richard de Nooy, 103: ‘If you are under the age of 20 and working on your first novel, you may want to travel abroad as part of an infantry unit.’)
Bret Anthony Johnson schreef in The Atlantic: ‘I don’t know the origin of the “write what you know” logic. A lot of folks attribute it to Hemingway, but what I find is his having said this: “From all things that you know and all those you cannot know, you make something through your invention that is not a representation but a whole new thing truer than anything true and alive.”’ En Ellen Deckwitz: ‘”Waargebeurd” is geen motivatie voor een slecht geschreven verhaal, zorg dat de lezer het verhaal zonder kennis van de auteur goed kan volgen.’ Hier wat tips.

Er is overigens nog een reden om buiten je eigen autobiografie te kijken. Literatuur biedt ons de kans om als Alices andere werelden in te geraken. Oorlog: Johnson beschrijft de dunne lijnen tussen reportage en fictie in oorlogsliteratuur. Genocide, dictatuur, slavernij, racisme, discriminatie. Ziekte, dood, zwangerschap (voor mannen), homoseksualiteit. Daar moet over geschreven worden, en gelukkig ben jij saai, dus je hebt 99% hiervan niet aan den lijve ondervonden. Dat is geen toeëigening, mits goed geresearcht, met empathie en respect gedaan.

Omdat, ten slotte, ze niet ver genoeg gaan. W.G. Sebald, Jasper Henderson:

‘It’s hard to write something original about Napoleon, but one of his minor aides is another matter.’
‘Gebruik niet altijd het voor de hand liggende vertelperspectief. Voorbeeld: vertel een verhaal over de oorlog vanuit het perspectief van de paardenverzorger in plaats van de soldaat.’

Nee, schrijf vanuit zijn paard (Rosalind Belben, Jan van Mersbergen). Laat cowboys academisch zijn, Viva-forumleden revolutionairen, en wasmachines deuren naar een ander universum, en dan kan het alleen maar lukken – of mislukken. Maar het wordt tenminste niet saai of braaf.

Technische tips vind ik het interessantst. Barber van der Pol noemt in een column in de nieuwste Filter. Tijdschrift voor vertalen de standaardgreep eens van tegenwoordige naar verleden tijd te gaan (of vice versa). En de meeste andere schrijftips – magie, residu incluus – vind ik grenzen aan de #uselesswritingtips die Richard de Nooy op Twitter en Facebook verspreidt (een verzameling staat bij de Zuid-Afrikaanse Sunday Times): hilarische nonsens:

210. Losing your manuscript in a digital disaster may be a personal drama, but it is also a blessing to many others.
203. Every writer should bear in mind that all great works of fiction have one thing in common. They were not written by you.
148. Two-thirds of what you write will be utter crap. The remainder is unfit for human consumption. Draw the line carefully.
141. If at first you don’t succeed, write and write again until you are liberated from your reckless folly by death.
104. One of the best-kept secrets of world-class authors is that, at some point in their career, they all worked with wild animals.

Ik geloof — dit zijn mijn vijf belangrijkste schrijftips, Toine & Daniël:

  1. Lees heel veel, probeer te begrijpen wat je goed en slecht vindt. (Recensenten zijn geen gemankeerde romanciers, maar goede romanciers lezen als recensent.)
  2. Schrijf heel veel, herschrijf, stap van je oorspronkelijke plan af, blijf pogen. (Maar stuur niet alles naar Revisor.)
  3. Probeer eens de verleden tijd. (Of de tegenwoordige tijd, of een ander perspectief. Schrijven is een ambacht.)
  4. Schaam je niet: gebruik jezelf en misbruik de rest van de wereld. Schrijf: ik. Vergeet jezelf.
    Schaam je niet: zoek meelezers, redacteurs, een tijdschrift, een uitgeverij. (Kortom:)
  5. Zoek op tijd hulp.