Frederik

Na acht romans schreef Jan van Mersbergen een thriller, onder pseudoniem. Voor de Revisor hield hij bij hoe dat schrijven hem verging en laat hij de vorderingen van zijn tweede thriller zien in een nieuw schrijfdagboek.
Vandaag, op de dag van de presentatie van zijn eerste thriller, de tweede aflevering: Kaders en afwegingen. En een naam.

(Lees ook deel 1: ‘Begin’)

Dit schrijfdagboek zal in latere delen meer over het schrijven zelf gaan, voor nu duid ik eerst een paar kadersdie dit nieuwe genre voor mij met zich meebrachten.
De eerste versie van Dagboek uit de rivier was er in de winter. De redacteur die mijn wens om een thriller te willen schrijven had opgepikt las het, maar hij meldde meteen dat hij niet meer bij de thrilleruitgeverij werkte waaraan hij eerst verbonden was. Op zich geen probleem, ik wist toch nog niet waar ik dit boek wilde onderbrengen en daarover nadenken lag dus helemaal open. Mijn afweging was: bij mijn eigen uitgeverij of een andere?

Mijn romans verschijnen bij Cossee en daar ben ik zeer tevreden over. De redactionele begeleiding is heel goed, ze weten verschillende romans te verkopen aan het buitenland, zijn goed met filmrechten, en hun algehele positie in het literaire veld is bijzonder sterk. Maar thrillers zijn niet het werkterrein van Cossee. Ik wilde graag een thriller schrijven en die publiceren bij een uitgeverij die gespecialiseerd is en groot is in spannende boeken.
Cossee was ergens opgelucht toen ik meldde dat ik een thriller aan het schrijven was en dat ik dat boek elders wilde onderbrengen, want: hoe moesten zij dat boek in de markt gaan zetten? Een markt die ze niet goed kennen. Een vervolgvraag voor mezelf was: onder welke naam zou ik de thriller uit gaan brengen?
Weer een afweging, en weer begon ik bij mijn romans. Dat is mijn core business, en dat blijft het ook. En mijn eigen naam is daarmee verbonden. Een ander genre bij een andere uitgeverij zou ik uitbrengen onder een andere naam.
Goed te volgen. Op die manier kon ik het genre proberen, kon ik het boek onderbrengen bij een thriller-uitgeverij en kon ik een naam verzinnen die mijn thrillernaam zou worden. Een nieuw merk.
Maar welke naam?

Nu was ik al een tijdje bezig met een andere naam. Al tijdens het schrijven van mijn romans. De hoofdpersonen van mijn acht romans die ik tussen 2000 en 2016 schreef heten achtereenvolgens Francis, Ronnie, Edward, Danny, Evana, Ralf, een naamloze Ik-verteller en Sandra, die eigenlijk Kassandra heet. De eerste letters van deze hoofdpersonges vormen de naam Frederik.
Daar zit een heel ander verhaal achter. Mijn debuut kwam bij Meulenhoff terecht via mijn goede vriend Frederik, die een man kende die heel lang bij Meulenhoff als verkoper had gewerkt. Frederik gaf mijn manuscript af. De verkoper las het en vond het mooi en zorgde ervoor dat redacteur Wil Hansen het onder ogen kreeg. Ik had al een personages met een F als beginletter en dacht: als ik er nou ooit een toe kom om acht romans te schrijven, dan kies ik steeds personages die de naam Frederik vormen, als bedankje.

Bij het concert van Bruce Springsteen in Den Haag op het Malieveld afgelopen jaar kwam ik Frederik tegen; hij werkt nu voor de concertorganisator. Ik zei hem dat ik een thriller had geschreven.
Hij vroeg: Komt die onder je eigen naam?
Ik zei: Nee, onder jouw naam.
Toen ging Frederik biertjes halen, en we proostten.
Een achternaam had ik nog niet. Die leidde ik af van een busje. Ik hou erg van bedrijfnamen op busjes. Loodgietersbedrijf, klusbedrijf, houthandel. Staat daar een naam achter, dan klopt die naam altijd. Op een ochtend fietste ik met mijn dochter naar school en nam ik me voor dat de eerste naam op een busje die ik tegen zou komen, mijn pseudoniem zou worden. Ik zag een busje rijden van verhuurbedrijf Ouke Baas.

Mijn thrillerredacteur was inmiddels aan de slag, als freelancer, bij Ambo|Anthos, een geronomeerde thrilleruitgeverij – en die hadden interesse. En ik had een thrillernaam. En de thriller zelf was bijna af.
Het hoefde echter geen geheim te zijn dat ik die thriller had geschreven. De bio zou worden: ‘Frederik Baas is een pseudoniem van Jan van Mersbergen.’
Belangrijkste reden om toch mijn naam te gebruiken is inkoop. Boekhandels kopen nu eenmaal een onbekend thrillerdebuut minder goed in dan een thriller van een romanschrijver die ze al wel kennen. We zouden geen foto gebruiken en ook geen uitgebreide bio. Alleen: ‘Frederik Baas is een pseudoniem van Jan van Mersbergen.’
Vanavond is de presentatie. Ik zal daar niet staan als Frederik Baas, maar als de schrijver Jan van Mersbergen die zijn thrillers onder de naam Frederik Baas publiceert. Twee eerste exemplaren worden in ontvangst genomen: eentje door gelauwerd thrillerschrijver René Appel, en eentje door mijn vriend Frederik.